Onlangs kreeg ik een mooie prentbriefkaart in handen van een molen in Emst. De kaart heeft een dagafstempeling 24-05-1927, hieruit kan geconcludeerd worden dat het hier gaat om de korenmolen ‘De Eendracht’. Helaas bestaat deze molen niet meer hij draaide in 1940 voor het laatst, en werd in 1942 afgebroken.
De molen stond aan de Molenweg, een zijweg van de Dalenweg. Maar voor de korenmolen “De Eendracht’ stond op dezelfde plek de windmolen met de naam ‘De Leeuw’. Deze molen werd in mei 1855 in opdracht van de heer Aart Witteveen, geboren 13 maart 1820 en overleden op 26 juni 1896, gebouwd. Aart was gehuwd met Gerritje Nijland (overleden 13 september 1899). Aart was een volle neef van Gerrit Witteveen uit Oene de eerste eigenaar en oprichter van de korenmolen ‘Werklust’ gebouwd in 1858 aan de Houtweg in Oene.
Aart Witteveen werd als molenaar opgevolgd door Hendrik Wagenaar, en deze op zijn beurt door zijn zoon Gerrit Reinder Wagenaar, geboren 1 september 1859. Gerrit Reinder kwam uit het Friese Dokkum, waar hij handelaar was in oud ijzer. Hij was gehuwd met Derkje Demmink, geboren te Hoog Keppel bij Hummelo. Hij overleed op 8 janauari 1893. Na het overlijden van haar man verhuisde Derkje op 1 maart 1893 terug naar haar geboorteplaats.
Op 25 mei 1889 werd molen ‘De Leeuw’ tijdens noodweer door de bliksem getroffen en brandde volledig af. Op dat moment was er gelukkig niemand in de molen aanwezig. Tijdens deze brand ging er veel graan verloren. Molenaar Wagenaar moest lijdzaam toezien hoe de molen door het hemelvuur werd verwoest: water om het vuur te blussen was er niet. Alles was verzekerd, waardoor de financiële schade beperkt bleef.
In 1898 vond herbouw plaats van de molen: er was een molen aangekocht bij Van Gelder en Zonen te Wormerveer. Deze molen heette ‘De Eendracht’ en had negen jaar in de opslag gelegen, voordat hij in Emst werd opgebouwd. De heer J. Huisman Wzn. van Zaandijk, toendertijd reiziger en koopman, was in Emst geweest en wist te bewerkstelligen dat de molen, die overbodig was in de Zaanstreek, aangekocht kon worden voor ƒ 900,00 gulden. Gelukkig was de heer Huisman zo handig geweest een koopbriefje op te stellen, anders was de koop alleen mondeling besproken en niet doorgegaan.
Toen de verkoper, die de molen had gekocht van Van Gelder, hoorde wat er met de molen gebeuren zou, wilde hij meer geld hebben dan was overeengekomen, ofschoon er al behoorlijk wat winst op zat. Voor ƒ 105,00 gulden werd de molen door schipper W. de Goede met het schip Vrouw Alberia naar Emst gebracht. Het gaande werk in de molen werd per spoor naar Emst vervoerd.
De Eendracht werd opgebouwd op de plek van ‘De Leeuw’ Men begon met de wederopbouw op 28 juni 1898 en op 19 oktober van datzelfde jaar werd de eerste boetweit gemalen. De eerste molenaars waren Wagenaar en Demmink. De laatste werd opgevolgd door Wouter Bomas, die bij de molen een schuur had ingericht als bakkerij. In 1909 werd H. de Graaf molenaar. Na hem kwam zijn zoon Jan de Graaf, die Piet van der Veer als hulp in dienst had. Deze Piet kwam uit het westen des lands en was molenaarsknecht op de molen. In 1921 werd de molen van Jan de Graaf aangekocht door de Coöperatie Vaassen-Emst.
In een artikel uit 1935 lezen we over de verkoop van de bouwvallige molen te Emst. Acties om de molen te behouden hielpen niet: er was geen geld. In 1940 draaide de molen voor het laatst; in 1942 werd de molen gesloopt. Van het sloophout werden planken gezaagd, die gebruikt werden voor de fabricage van uit de oorlogsjaren bekende roggemolentjes, waar particulieren zelf rogge mee konden malen.
Bron: Verenigingsblad Historische Vereniging Ampt Epe – Nummer 169 van december 2008 – Van Koren tot brood - door auteur Henk Kloezeman.
Uitgave: A. Huis in ’t Veld. Foto C. v. d. Zijl, A’dam.
Gelopen: Ja.
Postzegel: Vliegende duif 2 cent, roodoranje.
Dit item is op vrijdag 13 juli 2012 aan de online collectie toegevoegd.