Vóór 1900 moet op het pand Ooster ook al een woning hebben gestaan, namelijk het huis van de familie Van der Willigen. Later woonde op deze plek nog de heer Cats, die de eerste commandant was van de in 1889 opgerichte vrijwillige brandweer.

Het pand Ooster werd ook wel de "Villa v.d. Burgemeester" genoemd, En inderdaad hier heeft tot 1912 Burgemeester Sweerts-de-Landas gewoond tot hij in 1912 verhuisde naar het pand naast de N.H. Kerk genaamd "Vijvervreugd" aan de Beekstraat. Daarna woonde er mevrouw Van der Does en later mejuffrouw Ooster die lang als huisgenote had de zuster van de Prot. Gezinsverpleging zr. Grimmelius.

Na de dood van mejuffrouw Ooster werd de villa door de gemeente Epe aangekocht als mogelijke plaats voor een stadhuis, de villa werd toen in de volksmond bekend als "pand Ooster". Het huis werd behalve door diverse gezinnen ook nog enige tijd als kleuterschool gebruikt tot het zo verwaarloosd was, dat het in februari 1968 werd afgebroken. De gemeente had kennelijk door de stadhuis plannen geen geld meer over voor het nodige onderhoud. De laatste bewoner was de bekende Eper familie W.W. Zonnenberg een 10 leden tellend gezin die in 1968 verhuisden naar de Schotweg. De familie Zonnenberg werd door een brand in 1956 dakloos, en werden door de gemeente (tijdelijk) opgevangen in het pand Ooster.

Het „Veluws Nieuws” van 01-09-1967 schreef over het pand Ooster: Op de plaats van de ontsierende „steen des aanstoots”, die het vervallen bouwsel was, wordt volgens plan een plantsoen aangelegd, waardoor de entree van het dorp aanmerkelijk vriendelijker wordt en is aangepast aan de zich vernieuwende omgeving: fraaie, nieuwe of gemoderniseerde gebouwen te midden van groen en bloemen. De krant vervolgt: De heer T.S.M. Kerkhof, hoofd van de afdeling beplanting van de gemeente Epe heeft intussen een ontwerp gemaakt voor ’n bijzonder fraaie fontein die is geprojecteerd in het nieuw aan te leggen plantsoen.

Op de opengevallen plek verrees een kunstwerk (fontein) hetwelk officieel in gebruik werd genomen door oud-burgemeester J.H. Berg op 4 juni 1981. Het kunstwerk werd vervaardigd door beeldhouwer Marcus Ravenswaay. Het kunstwerk kreeg de titel toebedeeld van man-vrouw-water. Een toeristenechtpaar is bij het wandelen door het beekrijke Epe nat gespat. Op een droog plekje gooit de man water uit zijn laars, terwijl de vrouw haar jurk uitwringt. De kleurenfoto dateert uit 1 september 1981.