Epe kende een drie tal Spoorwachterswoningen namelijk één aan de Brakerweg 15 in Zuuk. Dit Spoorhuisje had nummer 7, en er woonde o.a. de familie H. Kempes met vrouw en dochter. En als je vanaf Heerde ons mooie dorp Epe binnenkomt, staat daar gelukkig nog steeds de Spoorwachterswoning nummer 8, aan de Spoorlaan 1. Ook bestond er nog een Spoorwachterswoning nummer 9, deze is helaas afgebroken, maar stond in het buurschap Norel in de nabijheid van de Sprengen aan de Bijsterboschweg.
Op 2 september 1887 werd op aandringen van koning Willem III de spoorlijn Apeldoorn-Epe-Heerde-Hattem aangelegd. In datzelfde jaar kwam ook het Eper station gereed, aan het Stationsplein. De spoorlijn liep enerzijds vanuit Epe naar Het Loo, waar de reiziger kon overstappen op een treintje naar het station Apeldoorn. Anderzijds kon men van Epe naar Hattem reizen, waar de lijn doorgetrokken werd naar Hattemerbroek, alwaar overgestapt kon worden op de trein naar Zwolle.
In 1912 bestonden het station in Epe en het "Nederlands lokaalspoor Willem III" 25 jaar, dit is in Epe uitbundig gevierd. In het Nieuws en Advertentieblad voor Deventer en Omstreken werd er op 7 september 1912 het volgende over geschreven: "Terwijl de menschen eens gingen kijken naar de verschillende vermakelijkheden, die op de feestweide waren opgesteld en een kermesse d'été vormde, die er wezen mocht, deed telkens het gerucht de ronde, dat H.M. Koningin Wilhelmina de tentoonstelling zou bezoeken. En inderdaad... om ruim kwart over vier kwam Hare Majesteit per auto van het Loo. Hare Majesteit zag er uitstekend uit en begaf zich, begeleid door den burgemeester baron Sweerts de Landas en enige leden der commissie naar de voor de ontvangst ingerichte muziektent, vanwaar Hare Majesteit een fraai uitzicht had over het terrein"
De spoorlijn werd ook wel het "Baronnenlijntje" genoemd, omdat de burgemeesters van de aanliggende gemeenten meestal baronnen waren en een financieel aandeel hadden geleverd voor de aanleg van het lijntje. De lijn Het Loo-Hattem werd geëxploiteerd door de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.M.).
De Eper spoorlijn was geen lang leven beschoren. Door de opkomst van de auto en de bus als openbaar vervoermiddel ging in de jaren twintig het reizigersaantal snel achteruit. Op 7 oktober 1950 maakte "de boemel" zijn laatste rit en had dus 63 jaar gelopen. Een retourrit Epe-Apeldoorn kostte toen ƒ 1,15. Besloten werd dat er vanaf 1950 alleen nog goederentreinen zouden rijden.
In 1972 kwam ook hieraan een einde. Het spoorwegstation in Epe ging in januari 1969 tegen de grond. De spoorrails werden in 1976 opgebroken, om plaats te maken voor een prachtig toeristisch fietspad. De rails en de bielzen werden door de firma Van der Worp uit Almelo opgebroken. De rails werden door de NS verkocht aan Koeweit.