Hier ziet u een unieke opname van het interieur van het R.K. Kerkje welke heeft gestaan op de hoek Hoofdstraat met de parkeerplaats van Albert Heijn. Het zogenaamde "Waterstaatskerkje" werd gebouwd in 1848. Daarvoor stond op deze plek een kleine boerderij die als schuilkerk diende. Waterstaatskerk is de benaming voor Nederlandse kerkgebouwen die tussen 1824 en 1875 met financiële steun van de landelijke overheid werden gebouwd. Het ontwerp en de bouw van dergelijke kerken was onderhevig aan de goedkeuring en controle door ingenieurs van het ministerie van Waterstaat. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is het begrip Waterstaatskerk niet verbonden aan een bepaalde bouwstijl. In die tijd vervoerde de pastoor of kapelaan zich door middel van een paard of een koets en dit beeld is gebleven tot 1903. De Rooms Katholieke Sint Martinus kerk was het eerste kerkje dat na de Reformatie gebouwd werd, en was een hulpkerkje voor de parochie van Vaassen. Het kerkje werd in 1914 gekocht door de ‘Coöperatieve Aankoopvereniging Epe en Omstreken’ voor de opslag van granen. In 1966 was het kerkje zo in verval geraakt, dat de gemeente besloot tot sloop.
Per 1 maart 2012 is de zogenaamde parkeerplaats van Albert Heijn aan de Markt, 'omgedoopt' naar Sint Martinusplein. Het plein is genoemd naar de Rooms Katholiek Sint Martinuskerk aan de overkant van de Hoofdstraat. De Grote- of Dorpskerk was voor de Reformatie (circa 1581) een Rooms Katholieke Kerk. De kerk werd in 1848 genoemd naar Sint Martinus van Tours. Hij werd geboren in Sabria Hongarije uit Romeinse ouders en is zo rond 316 overleden in Candes. Op 15-jarige leeftijd nam hij dienst in het Romeinse leger en werd bij de ruiterij in Gallië (Frankrijk) geplaatst. In deze periode speelt het beroemde verhaal dat hij bij de stadspoort van Amiens een naakte bedelaar ontmoette die hem om Christus' wil een aalmoes vroeg. Hij scheurde zijn mantel in tweeën en gaf de bedelaar de helft ervan. In de nacht daaropvolgend zou Martinus Christus zelf hebben gezien, bekleed met deze mantelhelft. Dit was een signaal voor Martinus om zijn leven anders te gaan inrichten. Later werd hij bisschop van Tours en grondlegger van het katholieke christendom in Frankrijk. Sint Martinus was een van de populairste heiligen in de middeleeuwen. Zijn feestdag van altijd op de 11e november. Op 11 november wordt het feest van de heilige Martinus, bisschop van Tours gevierd, beter bekend als Sint-Maarten. Sint-Martinus was beschermheilige van reizigers en rondtrekkende kooplui; van armen, bedelaars en bekeerde dronkaards; van herders, boeren, wijnbouwers, kinderen en van het vee. In de avond van 11 november trekken groepjes kinderen langs de straten. Zij dragen lampions met lichtjes en zingen liedjes, en bellen bij mensen thuis aan, veelal krijgen ze dan snoep of fruit.
U ziet hier dat het Kerkje is versiert voor het zilveren priesterfeest van Pastoor Henricus Wilhelmus Marie Bianchi en wel op donderdag 15 augustus 1912.
Onderstaande historische verhaal die te maken heeft met bijgaande foto's kunt u vinden op de site: www.franciscusenclara.com.
Na 305 jaar had Epe weer een eigen pastoor. De parochie kwam onder de bescherming van de H. Martinus. De heren Bourgonje en Meulenkamp verdienen alle hulde en dank. Zij hadden dit door hun doorzettingsvermogen bereikt en er voor gezorgd, dat pastoor Bianchi er zijn schouders onder zette. Er werd een groot herenhuis gekocht dat moest gaan dienen als pastorie, het stond op de plaats waar nu ‘De Middenstip’ staat.
Op 19 juni 1903 droeg pastoor Bianchi de eerste plechtige H. Mis op in aanwezigheid van zijn nieuwe parochianen. Pastoor Wolf uit Vaassen was tevens diaken en sprak een woord van afscheid. Katholiek Epe was weer zelfstandig. Iedere morgen werd de H.Mis opgedragen en 3 maal werd het Angelus geluid. De isolatie van katholiek Epe was voorbij. De heren J.v.d. Beld en W. Logen werden als kerkmeesters benoemd, en W. Gilles werd als koster aangesteld.
In 1904 bepaalde de Aartsbisschop dat de legerplaats Oldenbroek ook tot de parochie Epe behoorde. Dit bracht veel zorg en werk mee en in 1954 werd Oldenbroek weer gescheiden van Epe. Gilles, de koster, nam in 1911 ontslag, en men besloot voorlopig geen nieuwe koster aan te stellen. Pastoor Bianchi vierde op 15 augustus 1912 zijn zilveren priesterfeest.
Pastoor Bianchi had vele idealen. Zo kocht hij uit eigen middelen het huis met omliggend terrein naast de pastorie. Zijn bedoeling was tot oprichting te komen van een gesticht met een bewaar - en naaischool geleid door enkele zusters. Dit kon echter geen doorgang vinden. Vervolgens gingen zijn gedachten uit naar het bouwen van een nieuw kerk en pastorie. Het plan werd aan de Aartsbisschop voorgelegd en deze keurde het in januari 1914 goed. Op de plaats van onze tegenwoordige kerk werd op 7 mei 1914 door de Deken van Deventer de eerste steen gelegd. Op 12 november volgde onder klokgelui en in processie de plechtige overbrenging van het Allerheiligst Sacrament van de oude naar de nieuwe kerk.
Na veel teleurstellingen en tegenslagen ging Bianchi op 5 maart 1920 naar Schalkhaar. In december 1921 overleed hij in het ziekenhuis van Deventer na een kortstondige ziekte op 59 jarige leeftijd. Hij heeft ruim 17 jaar als pastoor in Epe gediend. Door het bouwen van de kerk en de pastorie en zijn enorme inzet heeft hij katholiek Epe letterlijk en figuurlijk weer een eigen plaats gegeven.
Bron: www.franciscusenclara.com.
Bron: www.wikipedia.nl